Einde inhoudsopgave
De exhibitieplicht (BPP nr. X) 2010/13.5.1
13.5.1 Beslaglegging door de deurwaarder
mr. J. Ekelmans, datum 02-12-2010
- Datum
02-12-2010
- Auteur
mr. J. Ekelmans
- JCDI
JCDI:ADS375926:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Art. 444 Rv; toepasselijkheid daarvan wordt ook uitdrukkelijk vermeld in art. 1019d lid 1 Rv voor IE-bewijsbeslag.
Art. 438 lid 4 jo. 705 lid 3 Rv.
Rb. Den Bosch (vzr.) 27 maart 2002, JBPr 2002, 10 (Den Bolderwagen/Wasziederij De Vesting).
Zie over deze wijze van beslaglegging nader Verloren van Themaat & Versteeg 2003.
Ktr. Utrecht 1 oktober 2008, LJN BF7386, r.o.7.3 (X/Fujitsu Services).
Rb. Arnhem 26 maart 2008, LJN BC8823, r.o. 5.16 e.v. (Ballast Nedam/Fraberg c.s.) vordering tot inzage in ordners die in beslag genomen zijn is te onbepaald; Ktr. Utrecht 1 oktober 2008, LJN BF7386, r.o. 7.6 (X/Fujitsu Services) inzage in alle door de deurwaarder in bewaring genomen bescheiden is niet mogelijk; Rb Amsterdam 21 april 2010, LJN BN9646, r.o. 3.5 (Oracle Nederland/Philips International c.s.): een vordering tot verstrekking van alle door de deurwaarders in beslag genomen bescheiden is ontoereikend; de bescheiden waren geselecteerd door in bestanden te zoeken op het voorkomen van de combinatie van woorden uit twee groepen woorden; Rb. Breda (vzr.) 11 mei 2010, LJN BM4393, r.o. 5.4 (X/Y) het volledig copiëren van bestand geeft niet vervolgens aanspraak op inzage daarin; Rb. Breda (vzr.) 11 mei 2010, LJN BM4382, r.o. 4.9 (Den Hartogh/Qbex Logistics): als deurwaarder niet uit bestanden heeft geselecteerd, is sprake van fishing expedition, zodat geen inzage gevraagd kan worden; Rb. Rotterdam (vzr.) 1 juni 2010, LJN BN0721, r.o. 5.9 (Den Hartogh c.s./Xc.s.): het is de vraag, of het toelaatbaar is om alles mee te nemen en eerst later een schifting toe te passen; Ktr. Almelo 6 juli 2010, JAR 2010, 203(Van Merkesteijn International/Wegink c.s.).
Zie: Rb. Den Haag (vzr.) 9 april 2003, LJN AF7069 (Van Hattum & Blankevoort)/Staat); Rb. Den Haag (vzr.) 9 april 2003, LJN AF7087 (HBG Civiel/Staat) en Rb. Den Haag (vzr.) 13 oktober 2008, LJN BH2647(Fortis Corporate Insurance/Staat). De NMA heeft naar aanleiding van deze uitspraken beleidsregels vastgesteld, eerst in 2003, later in 2008. De ter consultatie voorgelegde nieuwe beleidsregel 'werkwijze NMA analoog en digitaal rechercheren' en de reacties daarop zijn gepubliceerd op:
Hof Arnhem 15 juni 2010, LJN BM8041(The Backbone/X), waarin een deskundige summier had geselecteerd en daarbij voldoende aanwijzingen voor onrechtmatig handelen bleken.
Art. 440 lid 2 Rv, waarnaar de passage verwijst, heeft betrekking op getuigen, niet op deskundigen.
Kamerstukken II 2005/06, 30 392, nr. 3, p. 22-23.
Van Dam-Lely & Tuil 2008 p. 21.
Numann (Burgerlijke Rechtsvordering), art. 1019c, aant 2.
Aldus bijv.: Rb. Den Bosch (vzr.) 27 maart 2002, JBPr 2002, 10 (Den Bolderwagen/Wasziederij De Vesting) en Rb. Den Haag (vzr.) 5 februari 2010, IEPT20100205, r.o. 3.11 (Zodiac International c.s./X).
Rb. Arnhem (vzr.) 1 juni 2007, LJN BA9615, r.o. 4.13 (Synthon/Astellas Pharma).
Hof Leeuwarden 4 augustus 2009, LJN BJ4901, r.o. 17 (Kohler Mira/De Melker); anders nog: Ktr. Utrecht 1 oktober 2008, LJN BF7386, r.o. 7.5 (X/Fujitsu Services), nu in het verlof niet was bepaald dat de deskundige onafhankelijk moest zijn: inmiddels bepaalt de beslagsyllabus dat een deskundige onafhankelijk dient te zijn.
Is verlof verkregen, dan zal de deurwaarder gewapend met het verlof tot beslaglegging over willen gaan. Daarbij moet hem medewerking worden verleend zoals bij ieder ander beslag: de deurwaarder heeft toegang tot elke plaats voor zover redelijkerwijs nodig voor zijn taakvervulling.1 Krijgt de deurwaarder die medewerking niet, dan kan de deurwaarder zich zelf tot de voorzieningenrechter wenden om een onmiddellijke voorziening te verkrijgen.2
Zoals bij strafrechtelijke bevoegdheden de vraag kan ontstaan, of de binnentre-der moet volstaan met rondkijken of ook mag doorzoeken, zo kan de vraag rijzen of de deurwaarder slechts mag rondkijken, of hij het gezochte aantreft of ook mag doorzoeken. Nu sprake is van voorafgaand rechterlijk toezicht én de voorzieningen-rechter dus kan toetsen en aangeven, waarnaar en - zo nodig - hoe mag worden gezocht, ligt wat mij betreft voor de hand dat de in het verlof kan bepalen dat niet slechts mag worden gekeken, maar ook mag worden gezocht. Wat mij betreft ligt dat echter slechts voor de hand, indien de rechter oordeelt dat die ruime bevoegdheid vereist is ondanks de mogelijkheid dat de deurwaarder zich tot de voorzienin-genrechter wendt, wanneer hij onvoldoende medewerking van de beslagene krijgt.
Wanneer de deurwaarder in beslag te nemen bescheiden aantreft, zal hij moeten beoordelen, welke bescheiden hij daadwerkelijk in beslag neemt. Daarbij wordt de deurwaarder een ruime marge gegund. Over de beoordelingsvrijheid van de deurwaarder overwoog een voorzieningenrechter, dat het beslag zich zal mogen uitstrekken tot bescheiden waarvan op het moment van inbeslagname voor de deurwaarder niet aanstonds duidelijk is dat deze buiten het in het verlof aangegeven criterium vallen.3 Zo'n marge is begrijpelijk, nu pas in een latere fase beoordeeld zal moeten worden, wat wel of niet verstrekt moet worden.
Hoe groot die marge is, kan in het bijzonder aan de orde kan komen bij computerbestanden. Het is immers technisch mogelijk om - bijvoorbeeld - op trefwoorden of woordcombinaties in bestanden te zoeken. Ook is het mogelijk om een kopie te maken van een harde schrijf, een zogenaamd forensic image, waarna vervolgens zowel verwijderde bestanden als de historie van documenten doorzocht kunnen worden.4 Verloven kunnen op deze mogelijkheden aansluiten door aan te geven op welke trefwoorden of woordcombinaties mag worden gezocht en te bepalen dat ook gezocht mag worden in reeds verwijderde bestanden.5 De ruime technische mogelijkheden dragen tegelijkertijd het risico in zich dat de beslaglegging niet meer in verhouding staat tot de daarmee te dienen belangen. Wanneer het onwerkbaar blijkt om aan de hand van die criteria te selecteren welke computerbestanden in beslag worden genomen, kan het bijvoorbeeld verleidelijk zijn om de criteria maar los te laten en dan maar zo veel mogelijk computerbestanden in beslag te nemen. Verscheidene rechters hebben uitgemaakt dat op zo'n ruimhartig gelegd beslag geen aanspraak op inzage gebaseerd kan worden, omdat de in beslag genomen bescheiden dan onvoldoende bepaald zijn.6 Die terughoudendheid sluit aan op beperkingen die toezichthouders in acht hebben te nemen, wanneer zij op grond van art. 5:17 Awb inzage willen nemen in bescheiden bij een mogelijke overtreder.7 Die terughoudende uitkomst spreekt echter nog niet vanzelf: het is ook toegestaan dat verder werd gezocht, nadat bij een eerste globale inzage door de deskundige was gebleken van voldoende aanwijzingen van het gelijk van de beslaglegger.8
Wanneer de bescheiden bij het verlof voldoende duidelijk zijn omschreven, behoort de deurwaarder geen moeite te hebben met de bepaling, of door hem aangetroffen goederen ook in beslag genomen moeten worden. Bij die bepaling behoort de deurwaarder zich niet te voorzien van de bijstand van de beslaglegger. Art. 443 lid 2 Rv bepaalt evenwel:
"De executant mag bij de inbeslagneming niet tegenwoordig zijn dan in geval de deurwaarder zulks ter aanwijzing van de in beslag te nemen zaken noodzakelijk acht."
Die tekst laat voor die aanwezigheid aldus ruimte. Dienovereenkomstig wordt in de toelichting bij het IE-bewijsbeslag in de vorm van beschrijving in de kamerstukken opgemerkt:
"De deurwaarder kan zich laten vergezellen door een deskundige9 (zie de toepasselijkheid van artikel 440, tweede lid in artikel 1019d, derde lid). Het van overeenkomstige toepassing verklaarde artikel 443, tweede lid, verbiedt de aanwezigheid van degene die de beschrijving heeft gevraagd, tenzij de deurwaarder zijn aanwezigheid noodzakelijk acht ter aanwijzing van de te beschrijven zaken."10
Aanwezigheid van de beslaglegger bij het beslag zou evenwel haaks staan op het feit, dat de beslaglegger geen kennis van de bescheiden mag nemen, waarover hierna. Terecht is dan ook, dat Linssen bepleit, dat de voorzieningenrechter in het beslagverlof aangeeft dat bij de beslaglegging slechts die derden aanwezig mogen zijn die de voorzieningenrechter (desverzocht) met naam en toenaam in zijn verlof heeft genoemd.11 Aan die wens is in de beslagsyllabus aldus tegemoet gekomen, dat daarin is vermeld dat eventuele deskundigen die aanwezig zijn bij de beslaglegging onafhankelijk dienen te zijn én dat de gerechtelijk bewaarder geen inzage van bescheiden aan de verzoeker of aan derden mag geven. In overeenstemming daarmee plegen de Haagse voorzieningenrechters in het verlof te bepalen, dat de verzoeker bij de beslaglegging niet aanwezig mag zijn.12
Bevestiging dat de partij zelf of een partijadviseur niet bij de beslaglegging aanwezig mogen zijn, valt te lezen in een uitspraak die behelst dat de beslaglegger niet bij de inbeslagneming, het transport van de bescheiden en het maken van kopieën aanwezig mag zijn én dat bescheiden niet aan de beslaglegger of aan derden mogen worden bekend gemaakt.13 In gelijke zin is geoordeeld over de aanwezigheid van de advocaat of de octrooigemachtigde van de beslaglegger14en van een derde die vóór de beslaglegging reeds een onderzoek had gedaan naar de integriteit van de beslagene.15
Verder is de deurwaarder gehouden de nadere instructies te volgen die de rechter krachtens art. 1019b tweede lid, over de beschrijving heeft gegeven.