Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/305
Opiumwetdelict. Falende bewijsklacht.
HR 28-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:196
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 januari 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/02731
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:196, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2240, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑11‑2013
Essentie
Opiumwetdelict. Falende bewijsklacht.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 23 mei 2012, nummer 24/001589-10, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. R.J. Baumgardt, te Spijkenisse.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.J.M. Machielse:
1.
Het Gerechtshof Leeuwarden heeft verdachte op 23 mei 2012 voor: medeplegen van het misdrijf: om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.