Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/316
Profijtontneming. In de met deze ontnemingsprocedure verband houdende strafzaak is bewezenverklaard dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan (medeplegen van) gewoontewitwassen. Het Hof heeft als zijn oordeel tot uitdrukking gebracht dat het begaan van dit gewoontewitwassen heeft geleid tot w.v.v. door betrokkene. ’s Hofs oordeel dat de genoemde bedragen aan contante stortingen op de bankrekeningen van betrokkene w.v.v. vormden, is zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk.
HR 04-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:233
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 februari 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, W.F. Groos, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/05204
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:233, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2436, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑11‑2013
Essentie
Profijtontneming. In de met deze ontnemingsprocedure verband houdende strafzaak is bewezenverklaard dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan (medeplegen van) gewoontewitwassen. Het Hof heeft als zijn oordeel tot uitdrukking gebracht dat het begaan van dit gewoontewitwassen heeft geleid tot w.v.v. door betrokkene. ’s Hofs oordeel dat de genoemde bedragen aan contante stortingen op de bankrekeningen van betrokkene w.v.v. vormden, is zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden, van 16 november 2011, nummer 24/000623-10, op een vordering tot ontneming ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.