Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/318
Ontvankelijkheidsverweren. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 04-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:240
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 februari 2014
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/04384
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:240, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2438, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2013
Essentie
Ontvankelijkheidsverweren. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 24 mei 2012, nummer 23/002270-11, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. W.H. Jebbink, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.J.M. Machielse:
1.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft verdachte op 24 mei 2011 veroordeeld voor het subsidiair bewezenverklaarde: medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen, maar heeft bepaald dat geen straf of maatregel wordt opgelegd.
2.
Verdachte heeft cassatie doen instellen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.