Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/307
Onvoldoende bewijs gewoontewitwassen.
HR 28-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:197
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 januari 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos
- Zaaknummer
12/04518
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:197, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1939, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑10‑2013
Essentie
Onvoldoende bewijs gewoontewitwassen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 9 maart 2012, nummer 23/005029-10, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. Th.J. Kelder, te 's-Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.J. Hofstee:
1.
De verdachte is bij arrest van 9 maart 2012 door het Gerechtshof te Amsterdam wegens “medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.