Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/284
Geldlening. Hoger beroep mede ingesteld namens inmiddels overleden partij. Passeren essentiële stellingen? Gemotiveerde betwisting stellingen? Art. 81 lid 1 RO.
HR 07-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:250
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 februari 2014
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders
- Zaaknummer
10/04953
- Conclusie
A-G mr. J.L.R.A. Huydecoper
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:250, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2012:2, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2012
Essentie
Geldlening. Hoger beroep mede ingesteld namens inmiddels overleden partij. Passeren essentiële stellingen? Gemotiveerde betwisting stellingen? Art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
[eiser], eiser tot cassatie, adv.: aanvankelijk mr. P. Garretsen, thans mr. H.H.M. Meijroos,
tegen
- 1.
[verweerder 1],
- 2.
[verweerder 2],
- 3.
De gezamenlijke erfgenamen van [betrokkene 1],
verweerders in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. J.L.R.A. Huydecoper:
Feiten1. en procesverloop
1.
In het in deze zaak bestreden arrest van het hof waren twee gevoegde zaken aan de orde. Het cassatieberoep betreft – althans: dat zal ik hierna tot uitgangspunt nemen – slechts een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.