Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/300
Toereikende verwerping uitdrukkelijk onderbouwd standpunt t.a.v. betrouwbarheid getuigenverklaringen.
HR 04-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:238
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 februari 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
12/02919
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:238, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2326, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑12‑2012
- Wetingang
Essentie
Het Hof heeft in voldoende mate cfm art. 359 lid 2, tweede volzin, Sv de redenen opgegeven waarom het afweek van het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt van de verdediging inzake de betrouwbaarheid van voor het bewijs gebezigde verklaringen van getuigen. Conclusie AG: anders.
Samenvatting
Ingevolge art. 359 lid 2, tweede volzin, Sv dient een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt dat door de rechter niet is aanvaard, in de uitspraak beargumenteerd te worden weerlegd. Omtrent de aan de mate van motivering te stellen eisen komt onder meer betekenis toe aan de inhoud en indringendheid van de aangevoerde argumenten. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.