Een nieuwe visie op de afstamming
Einde inhoudsopgave
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/4.21:4.21 Beschrijving procedure bij draagmoederschap na de geboorte
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/4.21
4.21 Beschrijving procedure bij draagmoederschap na de geboorte
Documentgegevens:
mr. P.A.W. Kuijper, datum 24-01-2014
- Datum
24-01-2014
- Auteur
mr. P.A.W. Kuijper
- JCDI
JCDI:ADS401518:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Art. 1:266 BW, zoals dit in de rechtspraak wordt uitgelegd (zie in het bijzonder voetnoot 126).
Rb. Rotterdam 8 februari 2007, ECLI:NL:RBROT:2007:BA0238.
Victorian Law Reform Commission – Assisted Reproductive Technology & Adoption, Final Report Summary, 5 juni 2007, p. 11.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Voor de volledigheid volgt nu de uitgebreide beschrijving van de huidige procedure bij draagmoederschap na de geboorte. Voordat het pasgeboren kind in het gezin van de wensouders kan worden opgenomen, verricht de raad voor de kinderbescherming een onderzoek. Op grond van de toezichthoudende taak die de raad toekomt op grond van de art. 1:238-243 BW, is toestemming van de raad nodig alvorens het pasgeboren kind verplaatst wordt. Het onderzoek richt zich op het belang van het kind. Tevens wordt gekeken of de aspirant-ouders hebben voldaan aan alle voorwaarden, beschreven in het ASAA-protocol (Protocol Afstand Screening Adoptie en Afstammingsvragen). Ook indien het kind bij de wensouders geplaatst is, kan de geboortemoeder, in het huidige recht de juridische moeder, binnen drie maanden terugkomen op haar besluit om het kind af te staan. Na zes maanden dient de raad voor de kinderbescherming een verzoek bij de rechter in om de juridische ouder(s) van het ouderlijk gezag te ontheffen (art. 1:266 BW). Dit verzoek kunnen de draagouders (juridische ouders) en pleegouders niet zelf doen. Wel kunnen de wensouders gelijktijdig een verzoek doen om tot voogd te worden benoemd. Naast het afstaan van het kind blijkt soms ook de rechterlijke uitspraak dat de draagmoeder van het ouderlijk gezag wordt ontheven, omdat zij ‘ongeschikt’ of ‘onmachtig’ is om voor dit kind te zorgen en het kind zich in een ‘onveilige omgeving’ bevindt, een enorme emotionele impact op deze vrouw te hebben.1
Bovendien bestaat de mogelijkheid dat ondanks de overeenstemming tussen partijen de rechter beslist dat er geen gronden voor een ontheffing aanwezig zijn.2
Al naar gelang de genetische relatie tussen kind en pleegouders en de samenlevingsduur van de wensouders kan één jaar nadat het kind bij de wensouders is geplaatst, door de wensouders een verzoek tot adoptie bij de rechter worden ingediend. Opnieuw zal de raad voor de kinderbescherming hierbij een dwingend advies afgeven. Nadat de rechterlijke adoptie-uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, zijn de wensouders pas de juridische ouders (art. 1:230 lid 1 BW). In feite toont deze procedure, afgezien van een geringer aantal instanties en derhalve kortere duur, geen opvallend verschil met het voorstel van de vaker genoemde commissie uit de staat Victoria.3 De commissie adviseert dat de wensouders erkend zouden moeten worden als de juridische ouders van het kind indien:
de draagmoeder daarmee akkoord gaat;
een rechterlijke instantie het in het belang van het kind acht (‘in the best interest of the child’).
In dat geval zouden ook de namen van de wensouders op de geboorteakte van het kind komen te staan. Daarnaast bepleit de commissie dat ook de geboorteakten van kinderen die in het verleden door een draagmoederschapsprocedure zijn geboren, alsnog zodanig worden veranderd dat de wensouders de juridische ouders zijn. Dit nieuwe ouderschap moet dan dezelfde status en effect hebben als de adoptie, uitgesproken op basis van de ‘Adoption Act’ van 1984. Voor de volledigheid moet hier nog worden vermeld dat ook in Victoria geldt dat de draagmoeder bij de geboorte de juridische moeder is en dat de draagmoeder niet verplicht kan worden het kind af te staan, net zomin als de wensouder verplicht kan worden het kind aan te nemen.