Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/434
Falende klacht dat gebroken en scheve voortanden niet zijn aan te merken als ‘zwaar lichamelijk letsel’ a.b.i. art. 302 lid 1 Sr. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 26-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:430
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 maart 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/01867
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:430, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:306, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑2019
Essentie
Falende klacht dat gebroken en scheve voortanden niet zijn aan te merken als ‘zwaar lichamelijk letsel’ a.b.i. art. 302 lid 1 Sr. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
26 maart 2019
Strafkamer
nr. S 17/01867
ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 28 maart 2017, nummer 21/000345-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.F. Keulen:
1. De verdachte is bij arrest van 28 maart 2017 door het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.