Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/79
IPR. Rechtsmacht Nederlandse rechter (Verordening-Brussel II-bis); echtscheidingsrechter ook bevoegd t.a.v. nevenvordering tot afgifte van renpaarden?; huwelijksvermogensrecht of burgerlijke of handelszaak in de zin van Brussel I-bis (EEX-Vo)?; art. 81 RO. Niet-ontvankelijkheid incidenteel cassatieberoep op grond van art. 820 lid 4 Rv.
HR 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2384
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 december 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/00406
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2384, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1432, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2018
- Wetingang
Essentie
IPR. Rechtsmacht Nederlandse rechter (Verordening-Brussel II-bis); echtscheidingsrechter ook bevoegd t.a.v. nevenvordering tot afgifte van renpaarden?; huwelijksvermogensrecht of burgerlijke of handelszaak in de zin van Brussel I-bis (EEX-Vo)?; art. 81 RO. Niet-ontvankelijkheid incidenteel cassatieberoep op grond van art. 820 lid 4 Rv.
Samenvatting
De klachten van het principaal cassatieberoep worden verworpen met toepassing van art. 81 lid 1 RO.
De vrouw kan, gelet op art. 820 lid 4 Rv, niet in haar incidenteel cassatieberoep worden ontvangen, nu het beroep van de man niet tegen de uitgesproken echtscheiding is gericht en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.