RvdW 2022/949:Profijtontneming, w.v.v. uit andere strafbare feiten a.b.i. art. 36e lid 3 (oud) Sr na veroordeling t.z.v. gewoontewitwassen. Methode van eenvoudige kasopstelling en hoofdelijke betalingsverplichting voor het gehele bedrag aan w.v.v., art. 36e lid 7 Sr. Kon Hof toepassing geven aan art. 36e lid 7 Sr, nu hof ontnemingsmaatregel heeft gebaseerd op art. 36e lid 3 (oud) Sr? Als rechter toepassing geeft aan art. 36e lid 3 Sr is oplegging van hoofdelijke betalingsverplichting niet mogelijk, omdat art. 36e lid 7 Sr die mogelijkheid beperkt tot betalingsverplichting die haar grondslag vindt in vaststelling van bedrag van w.v.v. o.g.v. art. 36e lid 1 en 36e lid 2 Sr. Hof heeft dat miskend (vgl. HR 8 oktober 2019, NJ 2019/421). Volgt vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 21/02554 (RvdW 2022/948).