Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/949
Profijtontneming, w.v.v. uit andere strafbare feiten a.b.i. art. 36e lid 3 (oud) Sr na veroordeling t.z.v. gewoontewitwassen. Methode van eenvoudige kasopstelling en hoofdelijke betalingsverplichting voor het gehele bedrag aan w.v.v., art. 36e lid 7 Sr. Kon Hof toepassing geven aan art. 36e lid 7 Sr, nu hof ontnemingsmaatregel heeft gebaseerd op art. 36e lid 3 (oud) Sr? Als rechter toepassing geeft aan art. 36e lid 3 Sr is oplegging van hoofdelijke betalingsverplichting niet mogelijk, omdat art. 36e lid 7 Sr die mogelijkheid beperkt tot betalingsverplichting die haar grondslag vindt in vaststelling van bedrag van w.v.v. o.g.v. art. 36e lid 1 en 36e lid 2 Sr. Hof heeft dat miskend (vgl. HR 8 oktober 2019, NJ 2019/421). Volgt vernietiging en terugwijzing. Samenhang met 21/02554 (RvdW 2022/948).
HR 04-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1359
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/02556
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1359, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:776, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2022
Essentie
Profijtontneming, w.v.v. uit andere strafbare feiten a.b.i. art. 36e lid 3 (oud) Sr na veroordeling t.z.v. gewoontewitwassen. Methode van eenvoudige kasopstelling en hoofdelijke betalingsverplichting voor het gehele bedrag aan w.v.v., art. 36e lid 7 Sr. Kon Hof toepassing geven aan art. 36e lid 7 Sr, nu hof ontnemingsmaatregel heeft gebaseerd op art. 36e lid 3 (oud) Sr? Als rechter toepassing geeft aan art. 36e lid 3 Sr is oplegging van hoofdelijke betalingsverplichting niet mogelijk, omdat art. 36e lid 7 Sr die mogelijkheid beperkt tot betalingsverplichting die haar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.