Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/933
Oplichting door eetpiraat. Het serveren van eten en drinken kan worden aangemerkt als het verlenen van een dienst als bedoeld in art. 326 lid 1 Sr.
HR 04-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1361
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
21/00492
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1361, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:644, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑07‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑11‑2021
- Wetingang
Art. 326 lid 1 Sr
Essentie
Oplichting door een eetpiraat. Het serveren van eten en drinken kan worden aangemerkt als het verlenen van een dienst als bedoeld in art. 326 lid 1 Sr.
Samenvatting
Het cassatiemiddel berust op de opvatting dat het serveren van eten en drinken in een café-restaurant uitsluitend kan worden aangemerkt als ‘de afgifte van enig goed’ zoals bedoeld in art. 326 lid 1 Sr. Deze opvatting vindt, mede gelet op de wetsgeschiedenis bij art. 326 lid 1 Sr, geen steun in het recht. Het oordeel van het hof dat het bewezenverklaarde serveren van eten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.