Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/1027
Beklag, beslag. Klacht over oordeel dat niet buiten redelijke twijfel staat dat klaagster dient te worden aangemerkt als enige eigenaresse van het geldbedrag, waarvan zij de teruggave verzoekt. HR: art. 80a RO.
HR 26-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2498
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 september 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/05456 B
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2498, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:971, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2017
Essentie
Beklag, beslag. Klacht over oordeel dat niet buiten redelijke twijfel staat dat klaagster dient te worden aangemerkt als enige eigenaresse van het geldbedrag, waarvan zij de teruggave verzoekt. HR: art. 80a RO.
Partij(en)
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 9 november 2015, nummer AVNR 1392-15, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door: [klaagster], adv.: mr. R.J. Baumgardt, te Rotterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1.
Het beroep in cassatie heeft betrekking op een beschikking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.