Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/955
Prejudiciële verwijzing. Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Richtlijn 93/13/EEG. Doeltreffendheidsbeginsel. Gelijkwaardigheidsbeginsel. Gerechtelijke procedure tot vaststelling van het oneerlijke karakter van een contractueel beding. Bevoegdheid van de nationale rechter tot ambtshalve toetsing. Nationale procedure voor de begroting van proceskosten. Als advocatenhonoraria vergoedbare kosten.
HvJ EU 07-04-2022, ECLI:EU:C:2022:278 (Caixabank)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
7 april 2022
- Magistraten
K. Jürimäe, S. Rodin, N. Piçarra
- Zaaknummer
C-385/20
- Conclusie
A-G H. Saugmandsgaard Øe
- Roepnaam
Caixabank
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2022:278, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 07‑04‑2022
ECLI:EU:C:2021:828, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 06‑10‑2021
- Wetingang
Essentie
EL en TP tegen Caixabank SA.
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de Primera Instancia n°49 de Barcelona (rechtbank in eerste aanleg nr. 49 Barcelona, Spanje) bij beslissing van 7 juli 2020.
Prejudiciële verwijzing. Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Richtlijn 93/13/EEG. Doeltreffendheidsbeginsel. Gelijkwaardigheidsbeginsel. Gerechtelijke procedure tot vaststelling van het oneerlijke karakter van een contractueel beding. Bevoegdheid van de nationale rechter tot ambtshalve toetsing. Nationale procedure voor de begroting van proceskosten. Als advocatenhonoraria vergoedbare kosten.