RvdW 2022/406:Beklag, beslag ex art. 94a Sv op (buitenlandse) bankrekeningen. Was er op het moment van beslissing Rb sprake van een verdenking van een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd? Rb heeft geoordeeld dat een verdenking van het medeplegen van overtreding van art. 1 lid 1 onder a/b Wet op de kansspelen (Wok) kan worden aangemerkt als de in art. 94a lid 1/2 Sv omschreven verdenking van misdrijf waarvoor een geldboete van vijfde categorie kan worden opgelegd. Oordeel dat sprake is van verdenking ‘van een misdrijf’ is ontoereikend gemotiveerd, waarbij HR in aanmerking neemt dat art. 36 wok, wat betreft het niet naleven van de in art. 1 lid 1 onder a/b Wok neergelegde voorschriften, slechts als misdrijf kwalificeert de gedragingen in strijd met art. 1 lid 1 onder a, Wok ‘voorzover zij opzettelijk zijn begaan’ en Rb niets heeft overwogen over verdenking van opzettelijk begaan van dat feit door klaagsters. Middel slaagt in zoverre. HR merkt nog het volgende op. O.g.v. art. 94a lid 1 en 2 Sv is voor het leggen van de in die bepalingen bedoelde conservatoire beslagen vereist dat sprake is van verdenking van of veroordeling wegens misdrijf waarvoor ‘een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd’. Uit deze bewoordingen van art. 94a lid 1 en 2 Sv en de wetsgeschiedenis blijkt dat aan deze toepassingsvoorwaarde kan worden voldaan door eventuele strafverhogende omstandigheden in aanmerking te nemen. Een voorbeeld van zo’n omstandigheid is dat ex art. 23 lid 7 Sr bij veroordeling van rechtspersoon, indien de voor het feit bepaalde boetecategorie geen passende bestraffing toelaat, aan die rechtspersoon een geldboete kan worden opgelegd tot bedrag van naast gelegen hogere categorie. Dat betekent i.c. dat aan rechtspersoon ‘een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd’ in de zin van art. 94a lid 1 en 2 Sv bij veroordeling voor het misdrijf van het opzettelijk begaan van overtreding van het in art. 1 lid 1 onder a Wok o.g.v. art. 2 lid 3 WED jo. art. 6 lid 1 onder 2 WED, ook al wordt dat feit op zichzelf bedreigd met geldboete van ten hoogste vierde categorie. Volgt vernietiging en terugwijzing.