Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/140
Onteigening. Schadeloosstelling; eliminatieregel art. 40c Ow; eliminatie van aan onteigende gegeven bestemming in bestemmingsplan; criteria; overheidswerk; plan voor werk waarvoor wordt onteigend.
HR 15-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:24
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 januari 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/03918
- Conclusie
wnd. A-G mr. J.C. van Oven
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Ruimtelijk bestuursrecht / Tegemoetkoming in schade (planschade)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:24, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:1701, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑07‑2014
- Wetingang
Art. 40c OW
Essentie
Onteigening. Schadeloosstelling; eliminatieregel art. 40c Ow; eliminatie van aan onteigende gegeven bestemming in bestemmingsplan; criteria; overheidswerk; plan voor werk waarvoor wordt onteigend.
Voor het elimineren van de bestemming die volgens het geldende bestemmingsplan op het onteigende rust, is vereist dat die bestemming is bepaald door niets anders dan een ten tijde van de vaststelling van dat bestemmingsplan al bestaand concreet plan voor een werk ter plaatse van onder meer het onteigende. Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, moet dus wel degelijk sprake zijn van een – aan het bestemmingsplan voorafgaand – concreet plan voor (onder meer) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.