Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/166
Heling. HR: art. 80a RO.
HR 22-12-2015, ECLI:NL:HR:2015:3706
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 december 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
13/05011
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3706, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2380, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑09‑2015
Essentie
Heling. HR: art. 80a RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 14 oktober 2013, nummer 22/006237-11, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. G. Spong, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1.
Het gerechtshof te Den Haag heeft bij arrest van 14 oktober 2013 de verdachte ter zake van 1. “deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven”, 2. “medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd”, 3. “opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.