Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij
Artikel 91 Middelen voor economische, sociale en territoriale samenhang
Geldend
Geldend vanaf 18-07-2020
- Bronpublicatie:
15-07-2020, PbEU 2020, L 231 (uitgifte: 17-07-2020, regelingnummer: 2020/1041)
- Inwerkingtreding
18-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-07-2020, PbEU 2020, L 231 (uitgifte: 17-07-2020, regelingnummer: 2020/1041)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De middelen voor economische, sociale en territoriale samenhang die voor de periode 2014-2020 voor vastlegging in de begroting beschikbaar zijn, bedragen 330 105 627 309 EUR in prijzen van 2011, jaarlijks verdeeld zoals weergegeven in bijlage VI, waarvan 325 938 694 233 EUR de globale toewijzing voor het EFRO, het ESF en het Cohesiefonds vormt en 4 166 933 076 EUR een specifieke toewijzing voor het YEI. Ten behoeve van de programmering en vervolgens de opneming in de begroting van de Unie worden de middelen voor economische, sociale en territoriale samenhang geïndexeerd met 2 % per jaar.
2.
De Commissie stelt bij uitvoeringshandeling een besluit vast tot vastlegging van de jaarlijkse verdeling van de totale middelen per lidstaat in het kader van de doelstelling ‘investeren in groei en werkgelegenheid’ en van de doelstelling ‘Europese territoriale samenwerking’, van de jaarlijkse verdeling van de middelen voor de specifieke toewijzing voor het YEI per lidstaat samen met de lijst van in aanmerking komende regio's overeenkomstig de criteria en de methode van respectievelijk de bijlagen VII en VIII, onverminderd het bepaalde in lid 3 van dit artikel en lid 7 van artikel 92.
3.
0,35 % van de totale middelen wordt, na aftrek van de steun aan de in artikel 92, lid 6, bedoelde Connecting Europe Facility en aan de in artikel 92, lid 7, bedoelde hulp voor de meest hulpbehoevenden, toegewezen aan technische bijstand op initiatief van de Commissie, waarvan ten hoogste 112 233 000 EUR in lopende prijzen wordt toegewezen aan het steunprogramma voor structurele hervormingen dat bij Verordening (EU) 2017/825 is vastgesteld met het oog op gebruik ervan overeenkomstig het toepassingsgebied en het doel van dat programma.