Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij
Bijlage IX Methode ter bepaling van het minimale ESF-aandeel
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2013
- Bronpublicatie:
17-12-2013, PbEU 2013, L 347 (uitgifte: 20-12-2013, regelingnummer: 1303/2013)
- Inwerkingtreding
21-12-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2013, PbEU 2013, L 347 (uitgifte: 20-12-2013, regelingnummer: 1303/2013)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Het in artikel 92, lid 4 bedoelde bijkomende procentuele aandeel dat moet worden toegevoegd aan het aandeel van de middelen uit de structuurfondsen dat in een lidstaat wordt toegewezen aan het ESF, en dat overeenkomt met het aandeel van die lidstaat voor de programmeringsperiode 2007–2013, wordt als volgt bepaald op basis van de arbeidsparticipatie (voor personen in de leeftijd van 20–64 jaar) in het referentiejaar 2012:
- —
wanneer de arbeidsparticipatie 65 % of minder bedraagt, wordt het aandeel verhoogd met 1,7 procentpunten;
- —
wanneer de arbeidsparticipatie meer dan 65 % maar niet meer dan 70 % bedraagt, wordt het aandeel verhoogd met 1,2 procentpunten
- —
wanneer de arbeidsparticipatie meer dan 70 % maar niet meer dan 75 % bedraagt, wordt het aandeel verhoogd met 0,7 procentpunten
- —
wanneer de arbeidsparticipatie meer dan 75 % bedraagt, moet het aandeel niet worden verhoogd.
Het totale procentuele aandeel van een lidstaat na de verhoging mag niet meer bedragen dan 52 % van de middelen uit de structuurfondsen als bedoeld in artikel 92, lid 4.
Voor Kroatië dient het aandeel van de middelen uit de structuurfondsen, met uitzondering van de programma's ter verwezenlijking van de ‘Europese territoriale samenwerking’, dat voor de programmeringsperiode 2007–2013 wordt toegewezen aan het ESF, overeen te komen met het gemiddelde aandeel van de convergentieregio's van de lidstaten die op of na 1 januari 2004 tot de Unie zijn toegetreden.