Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/1021
Oordeel dat verdachte afstand heeft gedaan van zijn recht bij de behandeling van zijn zaak aanwezig te zijn, niet begrijpelijk gelet op kennisgeving aan verdachte dat de strafzaak ‘pro forma (dat wil zeggen niet inhoudelijk)’ behandeld zal worden en dat verdachte niet aanwezig behoeft te zijn.
HR 26-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2462
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 september 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/04528
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2462, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:836, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:743, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑03‑2017
Essentie
Oordeel dat verdachte afstand heeft gedaan van zijn recht bij de behandeling van zijn zaak aanwezig te zijn, niet begrijpelijk gelet op kennisgeving aan verdachte dat de strafzaak ‘pro forma (dat wil zeggen niet inhoudelijk)’ behandeld zal worden en dat verdachte niet aanwezig behoeft te zijn.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 23 september 2015, nummer 23/000247-14, in de strafzaak tegen: [verdachte], adv.: mr. N. Hendriksen, te Purmerend.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
1.
De verdachte is bij arrest van 23 september 2015 door het Gerechtshof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.