RvdW 2024/344:Beklag ex art. 552a Sv na beslag ex art. 94 Sv op (digitale) stukken en gegevens onder onderneming waaraan klaagster verbonden is, t.z.v. verdenking van grootschalige fraude in voedselketen. Klaagster voert aan dat advocaten en notarissen beroep op verschoningsrecht toekomt m.b.t. inbeslaggenomen stukken en gegevens. Is klaagster ontvankelijk in cassatieberoep v.zv. in beklagprocedures van twee advocaten- en notarissenkantoren reeds onherroepelijk is beslist dat beslag niet in strijd is met hun verschoningsrecht? Is kennelijk oordeel Rb dat door schifting R-C verschoningsrecht van andere geheimhouders dan de twee advocaten- en notarissenkantoren voldoende is gewaarborgd, toereikend gemotiveerd? Op gronden vermeld in RvdW 2024/313, rov. 2.3 en 2.4, kan HR cassatieberoep van klaagster niet in behandeling nemen v.zv. gericht tegen beslissing Rb v.zv. die betrekking heeft op verschoningsrecht van twee advocaten- en notarissenkantoren. V.zv. middel betrekking heeft op verschoningsrecht van andere geheimhouders, faalt het. De redenen staan eveneens vermeld in voornoemde beschikking HR. Klaagster (partieel) n-o m.b.t. beslissingen Rb over verschoningsrecht van twee advocaten- en notarissenkantoren en verwerping beroep voor overige. CAG (strekking): klaagster (partieel) n-o m.b.t. klachten over verschoningsrecht alle geheimhouders en verwerping beroep voor overige.