Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/308
Art. 81 lid 1 RO. Overheidsaansprakelijkheid. Onrechtmatige rechtspraak. Europees recht. Vordering verklaring voor recht dat Staat der Nederlanden onrechtmatig heeft gehandeld door arrest van Hoge Raad. Rechtbank en hof hebben deze vordering afgewezen. Onder meer klacht dat Hoge Raad in zijn arrest gemotiveerd inhoudelijk oordeel had moeten geven over stellen van prejudiciƫle vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.
HR 15-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:425
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 maart 2024
- Magistraten
Mrs.Ā M.J.Ā Kroeze, C.H.Ā Sieburgh, F.J.P.Ā Lock, A.E.B.Ā terĀ Heide, G.C.Ā Makkink
- Zaaknummer
22/04898
- Conclusie
A-GĀ mr.Ā B.J.Ā Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Juridische beroepen / Advocaat
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:425, Uitspraak, Hoge Raad, 15ā03ā2024
ECLI:NL:PHR:2024:118, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 02ā02ā2024
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Overheidsaansprakelijkheid. Onrechtmatige rechtspraak. Europees recht. Vordering verklaring voor recht dat Staat der Nederlanden onrechtmatig heeft gehandeld door arrest van Hoge Raad. Rechtbank en hof hebben deze vordering afgewezen. Onder meer klacht dat Hoge Raad in zijn arrest gemotiveerd inhoudelijk oordeel had moeten geven over stellen van prejudiciƫle vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/04898
Datum 15 maart 2024
ARREST
In de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats], Italiƫ,
EISER tot cassatie, verweerder in het voorwaardelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.