Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/334
Caribische zaak. Poging tot doodslag (art. 2:259 jo. 1:119 SrStM) en voorhanden hebben van vuurwapens en munitie (art. 3.1 Vuurwapenverordening) in Sint-Maarten. 1. Afwijzing getuigenverzoeken vanwege onvindbaarheid getuigen in hoger beroep. 2. Verweer dat gebruik voor bewijs van verklaringen van aangever in strijd is met recht op eerlijk proces. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 12-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:373
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 maart 2024
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.E.M. Röttgering, T. Kooijmans
- Zaaknummer
23/00242
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:373, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑03‑2024
Essentie
Caribische zaak. Poging tot doodslag (art. 2:259 jo. 1:119 SrStM) en voorhanden hebben van vuurwapens en munitie (art. 3.1 Vuurwapenverordening) in Sint-Maarten. 1. Afwijzing getuigenverzoeken vanwege onvindbaarheid getuigen in hoger beroep. 2. Verweer dat gebruik voor bewijs van verklaringen van aangever in strijd is met recht op eerlijk proces. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 23/00242 C
Datum 12 maart 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.