Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/321
Feitelijke leiding geven aan medeplegen oplichting begaan door rechtspersoon, meermalen gepleegd (art. 326 lid 1 Sr), feitelijke leiding geven aan medeplegen valsheid in geschrift begaan door rechtspersoon (art. 225 lid 2 Sr) en deelnemen aan criminele organisatie (art. 140 lid 1 Sr). Verweer strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van OM in vervolging op de grond dat sprake is van vormverzuimen, art. 359a Sv. HR: art. 81 lid 1 RO. CAG gaat in op ontvankelijkheid van cassatieberoep (eisen aan schriftelijke bijzondere volmacht tot instellen van cassatieberoep van advocaat aan griffiemedewerker).
HR 12-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:364
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 maart 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Borgers, T. Kooijmans, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
22/00237
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:364, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑03‑2024
Essentie
Feitelijke leiding geven aan medeplegen oplichting begaan door rechtspersoon, meermalen gepleegd (art. 326 lid 1 Sr), feitelijke leiding geven aan medeplegen valsheid in geschrift begaan door rechtspersoon (art. 225 lid 2 Sr) en deelnemen aan criminele organisatie (art. 140 lid 1 Sr). Verweer strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring van OM in vervolging op de grond dat sprake is van vormverzuimen, art. 359a Sv. HR: art. 81 lid 1 RO. CAG gaat in op ontvankelijkheid van cassatieberoep (eisen aan schriftelijke bijzondere volmacht tot instellen van cassatieberoep van advocaat aan griffiemedewerker).