RvdW 2024/351:Beklag ex art. 552a Sv na beslag ex art. 94 Sv op (digitale) stukken en gegevens onder onderneming waarvan klaagster (rechtspersoon) onderdeel is, t.z.v. verdenking van grootschalige fraude in voedselketen. 1. Is klaagster ontvankelijk in cassatieberoep v.zv. in beklagprocedures van twee advocaten- en notarissenkantoren reeds onherroepelijk is beslist dat beslag niet in strijd is met hun verschoningsrecht? 2. Kon Rb na gegrondverklaring van beklag beslissen dat ‘fysieke goederen’ moeten worden teruggegeven aan ‘redelijkerwijs rechthebbende’ i.p.v. aan klaagster? Ad 1. Op gronden vermeld in RvdW 2024/313, rov. 2.3 en 2.4, kan HR cassatieberoep van klaagster niet in behandeling nemen v.zv. dit betrekking heeft op verschoningsrecht van twee advocaten- en notarissenkantoren. Ad 2. Middel faalt. Redenen staan vermeld in RvdW 2024/346. Klaagster (partieel) n-o m.b.t. beslissingen Rb over verschoningsrecht van twee advocaten- en notarissenkantoren, en verwerping beroep voor overige. CAG (strekking): (partiële) vernietiging en terugwijzing n.a.v. teruggave aan ‘redelijkerwijs rechthebbende’.