RvdW 2024/333:Caribische zaak. Medeplegen (poging tot) moord (meermalen gepleegd) door in 2020 op openbare weg in Curaçao auto met meerdere inzittenden met 6 kogels te doorzeven (art. 2:262 jo. 1:123 jo. 1:119 SrC) en medeplegen voorhanden hebben van vuurwapen en munitie (art. 3 lid 1 Vuurwapenverordening). Vrijspraak in eerste aanleg. Bewijsklachten. HR: Om redenen vermeld in CAG leidt middel niet tot cassatie. CAG: Vereiste bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en medeverdachte t.a.v. medeplegen van voorhanden hebben van vuurwapen en munitie ligt besloten in ’s hofs bewijsvoering, waaruit volgt dat (i) verdachte, nadat hij met vuurwapen was bedreigd, medeverdachte heeft opgehaald, (ii) verdachte aan medeverdachte heeft verteld dat hij problemen had met de mannen, (iii) verdachte wist dat medeverdachte een vuurwapen had en deze (toen) gewapend was, (iv) zij samen (en op instructie van verdachte) naar de toko zijn gereden, (v) zij daar uiteindelijke slachtoffers met dood hebben bedreigd en hebben gezegd dat zij nu niets zouden doen omdat getuige op dat moment ook aanwezig was, en (vi) zij op later moment zijn teruggekeerd om daad alsnog bij woord te voegen. T.a.v. medeplegen moord en medeplegen poging tot moord volgt uit ’s hofs bewijsoverwegingen genoegzaam dat hof van oordeel is dat opzet van verdachte zowel was gericht op dood van A als op dood van B. Hof heeft overwogen dat verdachte (vol) opzet had op dood van A en dat nauwe en bewuste samenwerking van verdachten, door minstens 6 keer te schieten op auto van A, waarbij deze auto is doorzeefd met kogels, voorts heeft meegebracht ‘dat zij daarbij ook (minst genomen voorwaardelijk) opzet hebben gehad op dood van andere inzittenden van die auto, te weten B en C’. ’s Hofs oordeel dat voorwaardelijk opzet van verdachte en medeverdachte zich ook uitstrekte tot dood van C, is niet onbegrijpelijk. Uit bewijsmiddelen blijkt immers dat verdachte en medeverdachte bij de toko A en B met dood hebben bedreigd en dat medeverdachte (als verdachte en medeverdachte terugkeren) direct begint te schieten en blijft schieten op A en B, waarbij hij meermalen auto raakt waarin ook C zit. Hof mocht daarbij in aanmerking nemen dat het een feit van algemene bekendheid is dat ook andere personen zich in auto kunnen bevinden, terwijl niet is gebleken dat verdachten zich ervan hebben vergewist dat er niemand anders in auto zat. Volgt verwerping.