Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/795
Art. 81 lid 1 RO. Wet Bopz. Voorlopige machtiging. Is persoonlijkheidsstoornis een stoornis van de geestvermogens als bedoeld in de Wet Bopz?
HR 28-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:1047
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 juni 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/01839
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1047, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:555, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Wet Bopz. Voorlopige machtiging. Is persoonlijkheidsstoornis een stoornis van de geestvermogens als bedoeld in de Wet Bopz?
Partij(en)
[betrokkene] , verblijvende te [verblijfplaats] , VERZOEKER tot cassatie, hierna: betrokkene, advocaat: mr. G.E.M. Later, tegen DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT ROTTERDAM, VERWEERDER in cassatie, hierna: de officier van justitie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.L.C.C. Lückers:
1. Feiten en procesverloop
1.1
Bij verzoekschrift van 17 december 2018 heeft de officier van justitie aan de rechtbank Rotterdam (hierna: de officier van justitie) verzocht een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.