RvdW 2019/817:Herziening. Aanvraag is gebaseerd op stelling dat het door de forensisch accountant van het openbaar ministerie opgemaakte 'memorandum ontneming' een als nieuw aan te merken deskundigeninzicht oplevert. Aangevoerd wordt dat in dit rapport een herziene kasopstelling is opgenomen, waarin het verschil tussen legale inkomsten en gedane uitgaven aanmerkelijk lager is dan begroot in de kasopstelling die het hof in de strafzaak in de bewijsvoering ter zake van het gewoontewitwassen heeft betrokken, en dat daarom ten onrechte in de strafzaak tegen de aanvrager een vermoeden van witwassen is aangenomen, zodat het hof in de strafzaak — ware het bekend geweest met voornoemd memorandum — tot een vrijspraak ter zake van het gewoontewitwassen was gekomen. De Hoge Raad oordeelt echter dat geen sprake is van een nieuw gegeven in de zin van art. 457 lid 1, aanhef en onder c Sv. Volgt afwijzing aanvraag.