RvdW 2019/798
1. Mensenhandel door voordeel trekken uit uitbuiting prostituee en haar bewegen tot afdracht opbrengsten (art. 273f lid 1 onder 6 en 273f lid 1 onder 9 Sr). HR: dat sprake is van uitbuiting — een impliciet bestanddeel van art. 273f lid 1 onder 9 Sr — volgt niet uit bewijsvoering. 2. Witwassen (art. 420bis lid 1 onder b Sr). HR met verwijzing naar conclusie: nu het middel over mensenhandel slaagt, vervalt de vaststelling van het misdrijf waaruit scooter en geldbedragen afkomstig zijn. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing. Samenhang met RvdW 16/03440 en RvdW 16/05176.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 juni 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/02079
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1026, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:677, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑05‑2019
Essentie
1. Mensenhandel door voordeel trekken uit uitbuiting prostituee en haar bewegen tot afdracht opbrengsten (art. 273f lid 1 onder 6 en 273f lid 1 onder 9 Sr). HR: dat sprake is van uitbuiting — een impliciet bestanddeel van art. 273f lid 1 onder 9 Sr — volgt niet uit bewijsvoering. 2. Witwassen (art. 420bis lid 1 onder b Sr). HR met verwijzing naar conclusie: nu het middel over mensenhandel slaagt, vervalt de vaststelling van het misdrijf waaruit scooter en geldbedragen afkomstig zijn. Volgt partiële vernietiging en terugwijzing. Samenhang met RvdW 16/03440 en ...