Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/818
Vervolgingsuitlevering opgeëiste persoon (Turkse en Nederlandse nationaliteit) aan Turkije. Bevoegdheidstoedeling uitleveringsrechter en minister. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 25-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:1037
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 juni 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
19/01348
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1037, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:584, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
Essentie
Vervolgingsuitlevering opgeëiste persoon (Turkse en Nederlandse nationaliteit) aan Turkije. Bevoegdheidstoedeling uitleveringsrechter en minister. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/01348 U
Datum 25 juni 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 28 februari 2019, nummer UTL-I-2018042768, op een verzoek van de Republiek Turkije tot uitlevering
van
[de opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958,
hierna: de opgeëiste persoon.
Conclusie
Conclusie plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens:
1. Bij uitspraak van 28 februari 2019 heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.