Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/866
Diefstal van geldbedrag door op naar klanten verzonden facturen in plaats van het voorbedrukte bankrekeningnummer van bedrijf waarvoor verdachte werkzaam was zijn eigen bankrekeningnummer te vermelden. Oordeel dat die aan verdachte overgeboekte geldbedragen ‘toebehoorden’ aan B en/of A Dienstverlening op de grond dat B en/of A Dienstverlening ter zake van die bedragen een vordering had op zijn/haar klanten, is niet begrijpelijk. Het enkele bestaan van een vorderingsrecht brengt nog niet mee dat een daarmee corresponderend, zich nog onder de debiteur bevindend geldbedrag reeds aan de crediteur ‘toebehoort’.
HR 03-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1074
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 juli 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/05190
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1074, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:343, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑04‑2018
Essentie
Diefstal van geldbedrag door op naar klanten verzonden facturen in plaats van het voorbedrukte bankrekeningnummer van bedrijf waarvoor verdachte werkzaam was zijn eigen bankrekeningnummer te vermelden. Oordeel dat die aan verdachte overgeboekte geldbedragen ‘toebehoorden’ aan B en/of A Dienstverlening op de grond dat B en/of A Dienstverlening ter zake van die bedragen een vordering had op zijn/haar klanten, is niet begrijpelijk. Het enkele bestaan van een vorderingsrecht brengt nog niet mee dat een daarmee corresponderend, zich nog onder de debiteur bevindend geldbedrag reeds aan de crediteur ‘toebehoort’.
Partij(en)
3 juli 2018
Strafkamer
nr. S 16/05190
LBS/MM
Hoge Raad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.