Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/889
Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. In vreemde valuta luidende leningsovereenkomsten. Nationale wetgeving tot invoering van specifieke procedurele vereisten voor het aanvechten van die bedingen. Gelijkwaardigheidsbeginsel. Recht op effectieve rechterlijke bescherming.
HvJ EU (A-G) 16-01-2018, ECLI:EU:C:2018:9 (Sziber)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
- Datum
16 januari 2018
- Magistraten
M. Ilešič, A. Rosas, C. Toader, A. Prechal, E. Jarašiūnas
- Zaaknummer
C-483/16
- Conclusie
A-G N. Wahl
- Roepnaam
Sziber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2018:367, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 31‑05‑2018
ECLI:EU:C:2018:9, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 16‑01‑2018
- Wetingang
Art. 47 Handvest Grondrechten EU; art. 6 lid 1, art. 7 lid 1 Richtlijn 93/13/EEG
Essentie
Zsolt Sziber tegen ERSTE Bank Hungary Zrt. in tegenwoordigheid van Mónika Szeder.
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Fővárosi Törvényszék (hoofdstedelijke rechtbank Boedapest, Hongarije) bij beslissing van 29 augustus 2016.
Consumentenbescherming. Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. In vreemde valuta luidende leningsovereenkomsten. Nationale wetgeving tot invoering van specifieke procedurele vereisten voor het aanvechten van die bedingen. Gelijkwaardigheidsbeginsel. Recht op effectieve rechterlijke bescherming.
1) Art. 7 Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten moet aldus worden uitgelegd dat het zich in beginsel niet verzet tegen een nationale wettelijke regeling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.