Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/860
Witwassen van geldbedrag. Klacht over kwalificeerbaarheid als witwassen van ‘verwerven of voorhanden hebben’ van onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstige voorwerpen kan niet tot cassatie leiden nu de bewezenverklaring ook inhoudt dat verdachte van het geldbedrag ‘gebruik heeft gemaakt’ en dat heeft ‘omgezet’ en het hof bij de kwalificatie kennelijk geen zelfstandige betekenis heeft toegekend aan het ‘voorhanden hebben’.
HR 03-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1069
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 juli 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
16/04812
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1069, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:723, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2018
Essentie
Witwassen van geldbedrag. Klacht over kwalificeerbaarheid als witwassen van ‘verwerven of voorhanden hebben’ van onmiddellijk uit eigen misdrijf afkomstige voorwerpen kan niet tot cassatie leiden nu de bewezenverklaring ook inhoudt dat verdachte van het geldbedrag ‘gebruik heeft gemaakt’ en dat heeft ‘omgezet’ en het hof bij de kwalificatie kennelijk geen zelfstandige betekenis heeft toegekend aan het ‘voorhanden hebben’.
Partij(en)
3 juli 2018
Strafkamer
nr. S 16/04812
NA/LBS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 22 september 2016, nummer 22/001764-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.