RvdW 2022/412:Profijtontneming, w.v.v. uit oplichting. Kan klacht dat art. 36e lid 1 Sr is geschonden nu toewijzing van vordering tot ontneming van w.v.v. berust op onjuiste gronden, aangezien grondslag van uitspraak in ontnemingszaak komt te vervallen als middelen in strafzaak doel treffen, worden aangemerkt als cassatiemiddel? Voor onderzoek door cassatierechter komen alleen in aanmerking middelen van cassatie a.b.i. wet. Als zodanig middel kan slechts gelden stellige en duidelijke klacht over schending van bepaalde rechtsregel en/of verzuim van toepasselijk vormvoorschrift door rechter die bestreden uitspraak heeft gewezen. Schriftuur voldoet niet aan dit vereiste, zodat zij onbesproken moet blijven. Geen middelen ingediend, betrokkene n-o. Samenhang met 20/03652 (RvdW 2022/413) en 20/03783 (RvdW 2022/414).