RvdW 2020/67
Medeplegen gewoontewitwassen. HR: art. 81 lid 1 RO.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 december 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/03535
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1887, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1263, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑10‑2019
Essentie
Medeplegen gewoontewitwassen. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/03535
Datum 3 december 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 10 juli 2018, nummer 22/002732-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1. Bij arrest van 10 juli 2018 heeft het gerechtshof Den Haag de verdachte veroordeeld wegens “medeplegen van het plegen van witwassen een gewoonte maken” tot een gevangenisstraf voor de ...