Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/33
Financieel recht. Verbintenissenrecht. Procesrecht. Bijzondere zorgplicht bank bij beleggingsadviesrelatie met particuliere belegger. Kostenveroordeling; conventie en reconventie. Cassatieprocesrecht; vordering tot terugbetaling van waartoe partij in bestreden uitspraak is veroordeeld.
HR 06-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1845
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 december 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/01201
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1845, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:716, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑03‑2018
- Wetingang
Essentie
Financieel recht. Verbintenissenrecht. Procesrecht. Bijzondere zorgplicht bank bij beleggingsadviesrelatie met particuliere belegger. Kostenveroordeling; conventie en reconventie. Cassatieprocesrecht; vordering tot terugbetaling van waartoe partij in bestreden uitspraak is veroordeeld.
Samenvatting
Volgens vaste rechtspraak rust op de bank als professionele en bij uitstek deskundige dienstverlener een bijzondere zorgplicht bij beleggingsadviesrelaties met particuliere beleggers. Die zorgplicht behelst onder meer dat de bank vooraf naar behoren onderzoek moet doen naar de financiële mogelijkheden, deskundigheid en doelstellingen van de cliënt en dat zij hem dient te waarschuwen voor eventuele risico's die aan een voorgenomen of toegepaste beleggingsvorm zijn verbonden, alsook voor het feit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.