Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 124
HR, 16-12-2008, nr. 07/12823
HR 16-12-2008, ECLI:NL:HR:2008:BF3792
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 december 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/12823
- Conclusie
A-G vellinga
- LJN
BF3792
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑12‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BF3792, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑12‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BF3792, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑12‑2008
- Wetingang
SV art. 261 lid1; Algemene Politie Verordening gemeente Arnhem art. 3.2.6 lid 1
Essentie
Tippelverbod. De in de tenlastelegging gebezigde aan art. 3.2.6 lid 1 APV Arnhem ontleende zinsnede 'zich heeft gepresenteerd als prostituee en/of als zodanig diensten heeft aangeboden' heeft voldoende feitelijke betekenis.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 3 november 2006, nummer 21/001823-06, in de strafzaak tegen P.M.E.J.H.. Adv. mr. C.W. Noorduyn en Th.J. Kelder, beiden te 's‑Gravenhage
Uitspraak
Hoge Raad:
(…)
2. Beoordeling van het eerste middel
2.1
Het middel behelst de klacht dat het Hof ten onrechte heeft nagelaten de inleidende dagvaarding nietig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.