Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 90
HR, 19-12-2008, nr. C07/137HR
HR 19-12-2008, ECLI:NL:HR:2008:BG1816
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 december 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/137HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BG1816
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Goederenrecht / Gemeenschap
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BG1816, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BG1816, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑12‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑04‑2007
- Wetingang
Rv art. 437, 505; BW art. 3:166
Essentie
Invordering. Executoriaal beslag Ontvanger op aandeel deelgenoot in gemeenschap; specificatievereiste (HR 30 maart 2001, NJ 2002, 380 m.nt. HJS). Betekening beslag ex art. 505 Rv.
Ook voor een executoriaal beslag als het onderhavige (beslag gelegd door de Ontvanger ter zake van belastingschulden op een tweetal onroerende zaken waarvan de belastingplichtige eigenaar is tezamen met zijn echtgenote) geldt hetgeen de Hoge Raad in zijn arrest van 30 maart 2001, NJ 2002, 380 m.nt. HJS, heeft overwogen ten aanzien van het daar aan de orde zijnde conservatoir beslag, te weten dat het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.