Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 129
HR, 23-12-2008, nr. 01465/07
HR 23-12-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BF5053
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 december 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
01465/07
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BF5053
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BF5053, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑12‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BF5053, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑09‑2007
- Wetingang
Sr art. 36f
Essentie
Het oordeel van het Hof dat de vervangende hechtenis bij de oplegging van een schadevergoedingsmaatregel niet wordt geëxecuteerd wanneer een verdachte onmachtig is te betalen, is onjuist.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 9 november 2006, nummer 21/003786-05, in de strafzaak tegen F.J.V. Adv. mr. J.J. Weldam, te Utrecht.
Uitspraak
Hoge Raad:
De uitspraak
Na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad bij arrest van 21 juni 2005 heeft het Hof in hoger beroep — met vernietiging van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.