Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 160
HR, 23-12-2008, nr. 07/10479
HR 23-12-2008, ECLI:NL:HR:2008:BG3511
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 december 2008
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/10479
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BG3511
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BG3511, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑12‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BG3511, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑12‑2008
Essentie
Bijstandsfraude. Uit bewijsmiddelen kan samenwoning in bepaalde periode niet volgen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 12 december 2006, nummer 23/002807-06, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. G.P. Hamer en mr. B.P. de Boer, beiden te Amsterdam.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. G.P. Hamer en mr. B.P. de Boer, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.