Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 109
HR, 19-12-2008, nr. C07/126HR
HR 19-12-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BG2244
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 december 2008
- Magistraten
Mrs. A. Hammerstein, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/126HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BG2244
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Bestuursprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BG2244, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑12‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BG2244, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑12‑2008
Essentie
Vervolg op HR 24 september 2004, C03/138, LJN: AP2609. Aansprakelijkheid bank als effecten-intermediair op de grond dat medewerkers bank wegens ‘combines’ op de vloer thans eiser tot cassatie zouden hebben benadeeld? Deskundigenbericht; bewijswaardering. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
[Eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv. mr. L.A. van der Niet,
tegen
ABN AMRO Bank N.V., te Amsterdam, verweerster in cassatie, advocaat: mrs. F.E. Vermeulen en N.T. Dempsey.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in voorgaande instanties
Voor het verloop van het geding in voorgaande instanties verwijst de Hoge Raad naar zijn arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.