Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/387
Personen- en familierecht. Huwelijksvermogensrecht. Klacht over het ontbreken van een veroordeling in het dictum.
HR 08-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:533
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 april 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
20/02546
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:533, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:915, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑10‑2021
Essentie
Personen- en familierecht. Huwelijksvermogensrecht. Klacht over het ontbreken van een veroordeling in het dictum.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/02546
Datum 8 april 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
[de vrouw] ,wonende te [woonplaats] ,
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: de vrouw,
advocaat: K. Aantjes,
tegen
[de man] ,wonende te [woonplaats] ,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de man,
niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. E.B. Rank-Berenschot:
1. Feiten en procesverloop
1.1
Aangezien het in cassatie nog slechts gaat om de verdeling van de woning in Spanje, zal de weergave van de feiten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.