Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/778
Falende klacht dat gelet op het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt ingenomen met betrekking tot oplegging van TBS niet kon worden volstaan met een ‘kale’ bevestiging van het vonnis. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 18-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:986
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 juni 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, M.J. Borgers
- Zaaknummer
18/00802
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:986, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:657, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2019
Essentie
Falende klacht dat gelet op het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt ingenomen met betrekking tot oplegging van TBS niet kon worden volstaan met een ‘kale’ bevestiging van het vonnis. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/00802
Datum 18 juni 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 13 februari 2018, nummer 22/002618-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
1. Inleiding
1.1.
Het gerechtshof Den Haag heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.