Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/243
Medeplegen aanwezig hebben van grote hoeveelheid hennep (art. 3 onder C jo. 11 lid 2 en 11 lid 5 Opiumwet) en medeplegen diefstal d.m.v. braak van elektriciteit (art. 311 lid 1 Sr). Hof heeft verdachte n-o verklaard in haar hoger beroep, omdat het te laat is ingesteld, art. 408 lid 2 Sv. Verontschuldigbare termijnoverschrijding omdat verdachte zich (op het moment dat verstekvonnis Rb aan haar betekend is) ‘in moeilijke periode’ bevond waardoor zij niet innerlijke rust had om inhoud van vonnis tot zich te laten doordringen en te begrijpen dat zij binnen 14 dagen h.b. moest instellen? HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2004/181, m.b.t. bijzondere omstandigheden die overschrijding van termijn voor h.b. door verdachte verontschuldigbaar doen zijn. Hof heeft geoordeeld dat h.b. niet is ingesteld binnen de bij de wet bepaalde termijn en dat overschrijding van die termijn niet verschoonbaar is. Daarbij heeft hof in aanmerking genomen dat verdachte zich weliswaar ‘in moeilijke periode’ bevond a.g.v. het met haar kinderen moeten verlaten van haar woning, overlijden van haar moeder en zorg voor haar vader, maar dat (mede vanwege ontbreken van objectieve informatie van bijvoorbeeld psycholoog of psychiater) niet is komen vast te staan dat sprake is van bijzondere, verdachte niet toe te rekenen, omstandigheden die overschrijding van termijn verontschuldigbaar doen zijn. Dat oordeel getuigt, gelet op wat hiervoor is vooropgesteld, niet van onjuiste rechtsopvatting. Dit oordeel is ook niet onbegrijpelijk, nu door en namens verdachte in de kern niet meer is aangevoerd dan dat verdachte niet innerlijke rust had om inhoud van verstekvonnis tot zich te laten doordringen. Volgt verwerping.
HR 13-02-2024, ECLI:NL:HR:2024:189
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 februari 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Borgers, M. Kuijer, T.B. Trotman
- Zaaknummer
22/00216
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:189, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑02‑2024
Essentie
Medeplegen aanwezig hebben van grote hoeveelheid hennep (art. 3 onder C jo. 11 lid 2 en 11 lid 5 Opiumwet) en medeplegen diefstal d.m.v. braak van elektriciteit (art. 311 lid 1 Sr). Hof heeft verdachte n-o verklaard in haar hoger beroep, omdat het te laat is ingesteld, art. 408 lid 2 Sv. Verontschuldigbare termijnoverschrijding omdat verdachte zich (op het moment dat verstekvonnis Rb aan haar betekend is) ‘in moeilijke periode’ bevond waardoor zij niet innerlijke rust had om inhoud van vonnis tot zich te laten doordringen en te begrijpen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.