Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/378
1. Deelneming aan terroristische organisaties IS(IS) en Jabhat al-Nusra tussen 2013 en 2015 (art. 140a Sr), 2. medeplegen mensensmokkel, 3. opzettelijk handelen in strijd met art. 3 onder C Opiumwet, 4. Diefstal door middel van verbreking. Middelen over (1) afwijking uos gebruik foto’s en WhatsApp-berichten voor het bewijs, (2) bewijs van opzet op het terroristisch oogmerk van de organisaties, (3) strafmaatoverweging dat verdachte ‘in ieder geval 14 mensen om het leven heeft gebracht’. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
HR 29-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:468
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 maart 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
21/00006
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:468, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:113, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2022
Essentie
1. Deelneming aan terroristische organisaties IS(IS) en Jabhat al-Nusra tussen 2013 en 2015 (art. 140a Sr), 2. medeplegen mensensmokkel, 3. opzettelijk handelen in strijd met art. 3 onder C Opiumwet, 4. Diefstal door middel van verbreking. Middelen over (1) afwijking uos gebruik foto’s en WhatsApp-berichten voor het bewijs, (2) bewijs van opzet op het terroristisch oogmerk van de organisaties, (3) strafmaatoverweging dat verdachte ‘in ieder geval 14 mensen om het leven heeft gebracht’. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/00006
Datum ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.