Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/337
EEX-Verordening. Aanhangigheid. Erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen. Art. 71; samenloop met Verdrag betreffende overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR); regresvordering; vordering tot verkrijging van een negatieve verklaring voor recht; negatief declaratoir vonnis.
HvJ EU 19-12-2013, ECLI:EU:C:2013:858 (Nipponkoa Insurance/Inter-Zuid Transport)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
19 december 2013
- Magistraten
M. Ilešič, C.G. Fernlund, A. Ó Caoimh, C. Toader, E. Jarašiūnas
- Zaaknummer
C-452/12
- Conclusie
A-G N. Wahl
- Roepnaam
Nipponkoa Insurance/Inter-Zuid Transport
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
EU-recht / Rechtsbescherming
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2013:858, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 19‑12‑2013
- Wetingang
Art. 71 Verordening (EG) nr. 44/2001 (EEX-Verordening)
Essentie
Nipponkao Insurance Co (Europe) Ltd tegen Inter-Zuid Transport BV.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door het Landgericht Krefeld (Duitsland) bij beslissing van 10 september 2012
EEX-Verordening. Aanhangigheid. Erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen. Art. 71; samenloop met Verdrag betreffende overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR); regresvordering; vordering tot verkrijging van een negatieve verklaring voor recht; negatief declaratoir vonnis.
Art. 71 EEX-Verordening moet aldus worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat een verdrag wordt uitgelegd op een manier die de eerbiediging van de doelstellingen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.