Met de fiscale bestuurdersaansprakelijkheid kan de Ontvanger van de Belastingdienst bestuurders van bijvoorbeeld bv's en nv's hoofdelijk aansprakelijk stellen voor bepaalde niet-betaalde (theoretisch: verschuldigde) belasting- en premieschulden door het lichaam. In de verdeling van de bewijslast of sprake is geweest van kennelijk onbehoorlijk bestuur, speelt de melding van betalingsonmacht een belangrijke rol. Slaat de weegschaal door naar de bestuurder of naar de Ontvanger?
De fiscale bestuurdersaansprakelijkheid in de Invorderingswet 1990 geldt voor bestuurders van lichamen die:
•
onderworpen zijn aan de Nederlandse vennootschapsbelasting;
•
rechtspersoonlijkheid bezitten, en;
•
volledig rechtsbevoegd zijn.
Bestuurder
Onder het begrip 'bestuurder' wordt niet alleen begrepen de formele bestuurder, maar ook de gewezen bestuurder, de (mede) beleidsbepaler en de bestuurder van een lichaam dat optreedt als de bestuurder van het lichaam met de niet-betaalde belasting- en/of premieschulden. Door de rechter aangestelde vereffenaars en bewindsvoerders van een lichaam kunnen niet aansprakelijk gesteld worden, tenzij zij hun taken niet naar behoren uitoefenen. Een eventuele aansprakelijkstelling rust dan op andere wettelijke gronden.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Een bestuurder kan hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor bepaalde verschuldigde belasting- en premieschulden, zoals loonheffingen en de omzetbelasting en ook voor belastingschulden waarvoor het lichaam aansprakelijk is gesteld bijvoorbeeld op grond van de ketenaansprakelijkheid. Sinds 1 januari 2021 strekt de aansprakelijkheid zich ook uit tot de belastingen als bedoeld in de Wet bronbelasting. De bestuurdersaansprakelijkheid strekt zich – onder voorwaarden – ook uit tot (invorderings)rente, kosten en boeten.
Melding betalingsonmacht
Indien het lichaam niet in staat is om belastingen/premies te voldoen, moet dit onmiddellijk schriftelijk worden gemeld aan de Ontvanger, maar uiterlijk binnen twee weken na de dag waarop de belasting behoorde te zijn afgedragen of voldaan. Is de betalingsonmacht rechtsgeldig gemeld, dan moet de Ontvanger – om een bestuurder aansprakelijk te kunnen stellen – aannemelijk maken dat de niet-betaling te wijten is aan kennelijk onbehoorlijk bestuur. Bij een niet-rechtsgeldige melding is er een wettelijk vermoeden dat het lichaam kennelijk onbehoorlijk is bestuurd. Wil een bestuurder onder dat wettelijke vermoeden uitkomen dan rust een dubbele bewijslast op de bestuurder. Eerst moet hij bewijzen dat het niet aan hem is te wijten dat de betalingsonmacht niet rechtsgeldig is gemeld en, indien hij daarin slaagt, moet hij vervolgens bewijzen dat er geen sprake was van kennelijk onbehoorlijk bestuur. De Hoge Raad (6 oktober 2023, ELCI:NL:HR:2023:1371, BNB 2023/157) heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie of de regeling van art. 36 lid 4 IW 1990 wel in lijn is met het EU-recht. De meldingsplicht geldt niet voor de belastingen welke verschuldigd zijn volgens de Wet bronbelasting.
Kennelijk onbehoorlijk bestuur
Van kennelijk onbehoorlijk bestuur is sprake indien het bestuur duidelijk onverantwoord, roekeloos, verregaand onnadenkend of onbezonnen handelt en het bestuur zich hiermee begeeft ver buiten wat tot een normaal ondernemersrisico mag worden gerekend. Van kennelijk onbehoorlijk bestuur is met andere woorden sprake als geen redelijk denkend bestuurder, onder dezelfde omstandigheden, aldus gehandeld zou hebben.
Meld of ik schiet: over de bestuurders en pensioenpremies; een overzicht van de arresten inzake de melding van betalingsonmacht voor pensioenpremies, M.P. Waninge, Tijdschrift Financiering, Zekerheden in Insolventiepraktijk, nr. 9, december 2022, blz. 13-18
De aansprakelijkheid van bestuurders voor belastingschulden; overzicht van basisprincipe en van recente ontwikkelingen, Y.E.J. Geradts en J.J. Vetter, MBB 2021/9, blz. 13-25
Aansprakelijkheid bestuurders: fiscaal en civiel, J.A. Booij en J.H.P.M. Raaijmakers, TFO 2021/177.4
Jacques Raaijmakers
Raaijmakers Belastingadvies en Educatie
Meer over Jacques Raaijmakers
Met de fiscale bestuurdersaansprakelijkheid kan de Ontvanger van de Belastingdienst bestuurders van bijvoorbeeld bv's en nv's hoofdelijk aansprakelijk stellen voor bepaalde niet-betaalde (theoretisch: verschuldigde) belasting- en premieschulden door het lichaam. In de verdeling van de bewijslast of sprake is geweest van kennelijk onbehoorlijk bestuur, speelt de melding van betalingsonmacht een belangrijke rol. Slaat de weegschaal door naar de bestuurder of naar de Ontvanger?
De fiscale bestuurdersaansprakelijkheid in de Invorderingswet 1990 geldt voor bestuurders van lichamen die:
onderworpen zijn aan de Nederlandse vennootschapsbelasting;
rechtspersoonlijkheid bezitten, en;
volledig rechtsbevoegd zijn.
Bestuurder
Onder het begrip 'bestuurder' wordt niet alleen begrepen de formele bestuurder, maar ook de gewezen bestuurder, de (mede) beleidsbepaler en de bestuurder van een lichaam dat optreedt als de bestuurder van het lichaam met de niet-betaalde belasting- en/of premieschulden. Door de rechter aangestelde vereffenaars en bewindsvoerders van een lichaam kunnen niet aansprakelijk gesteld worden, tenzij zij hun taken niet naar behoren uitoefenen. Een eventuele aansprakelijkstelling rust dan op andere wettelijke gronden.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Een bestuurder kan hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor bepaalde verschuldigde belasting- en premieschulden, zoals loonheffingen en de omzetbelasting en ook voor belastingschulden waarvoor het lichaam aansprakelijk is gesteld bijvoorbeeld op grond van de ketenaansprakelijkheid. Sinds 1 januari 2021 strekt de aansprakelijkheid zich ook uit tot de belastingen als bedoeld in de Wet bronbelasting. De bestuurdersaansprakelijkheid strekt zich – onder voorwaarden – ook uit tot (invorderings)rente, kosten en boeten.
Melding betalingsonmacht
Indien het lichaam niet in staat is om belastingen/premies te voldoen, moet dit onmiddellijk schriftelijk worden gemeld aan de Ontvanger, maar uiterlijk binnen twee weken na de dag waarop de belasting behoorde te zijn afgedragen of voldaan. Is de betalingsonmacht rechtsgeldig gemeld, dan moet de Ontvanger – om een bestuurder aansprakelijk te kunnen stellen – aannemelijk maken dat de niet-betaling te wijten is aan kennelijk onbehoorlijk bestuur. Bij een niet-rechtsgeldige melding is er een wettelijk vermoeden dat het lichaam kennelijk onbehoorlijk is bestuurd. Wil een bestuurder onder dat wettelijke vermoeden uitkomen dan rust een dubbele bewijslast op de bestuurder. Eerst moet hij bewijzen dat het niet aan hem is te wijten dat de betalingsonmacht niet rechtsgeldig is gemeld en, indien hij daarin slaagt, moet hij vervolgens bewijzen dat er geen sprake was van kennelijk onbehoorlijk bestuur. De Hoge Raad (6 oktober 2023, ELCI:NL:HR:2023:1371, BNB 2023/157) heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie of de regeling van art. 36 lid 4 IW 1990 wel in lijn is met het EU-recht. De meldingsplicht geldt niet voor de belastingen welke verschuldigd zijn volgens de Wet bronbelasting.
Kennelijk onbehoorlijk bestuur
Van kennelijk onbehoorlijk bestuur is sprake indien het bestuur duidelijk onverantwoord, roekeloos, verregaand onnadenkend of onbezonnen handelt en het bestuur zich hiermee begeeft ver buiten wat tot een normaal ondernemersrisico mag worden gerekend. Van kennelijk onbehoorlijk bestuur is met andere woorden sprake als geen redelijk denkend bestuurder, onder dezelfde omstandigheden, aldus gehandeld zou hebben.
Documenten bij dit thema
Wetgeving
Artikel 36 Invorderingswet 1990
Artikel 36a (nieuw) Invorderingswet 1990
Artikel 36a Invorderingswet 1990
Artikel 36b Invorderingswet 1990
Artikel 7 Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990
Artikel 7a Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990
Artikel 8 Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990
Artikel 9 Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990
Standaardarrest
HR 8 december 2006, nr. C05/HR256, ECLI:NL:PHR:2006:AZ0758, NJ 2006, 659, V-N 2007/11.23, NJB 2007, 19 (Ontvanger/Roelofsen)
Belangrijkste uitspraken
HR 17 februari 2017, nr. 16/01378, ECLI:NL:HR:2017:248, BNB 2017/78, V-N 2017/11.17, FED 2017/60,Belastingadvies 2017/5.9
HR 10 maart 2017, nr. 15/00462, ECLI:NL:HR:2017:384, BNB 2017/113, FED 2017/78, NJB 2017/1082
HR 31 maart 2017, nr. 15/02939, ECLI:NL:HR:2017:530, BNB 2017/124, V-N 2017/18.20, FED 2017/85, Belastingadvies 2017/10.10, NJB 2017/1086, TaxVisions editie 7 april 2017
HR 12 april 2019, nr. 18/01266, ECLI:NL:HR:2019:576, BNB 2019/108, V-N 2019/19.20, FED 2019/110
HR 21 mei 2021, nr. 19/05444, ECLI:NL:HR:2021:754, NJ 2021/197, NJB 2021/1582
Hof ’s-Hertogenbosch 11 mei 2022, nr. 21/00699, ECLI:NL:GHSHE:2022:2460, V-N 2022/41.23, Belastingadvies 2022/19.6, JONDR 2023/374
Hof Amsterdam 13 december 2022, nr. 200.298.837/01, ECLI:NL:GHAMS:2022:3534, PJ 2023/9
HR 10 februari 2023, nr 21/00525, ECLI:NL:HR:2023:182, BNB 2023/59, V-N 2023/9.22, FED 2023/51
HR 10 februari 2023, nr. 21/00523, ECLI:NL:HR:2023:176, BNB 2023/54, V-N 2023/9.20, NJB 2023/542
HR 6 oktober 2023, nr. 21/03566, ECLI:NL:HR:2023:1371, BNB 2023/157
Literatuur
Meld of ik schiet: over de bestuurders en pensioenpremies; een overzicht van de arresten inzake de melding van betalingsonmacht voor pensioenpremies, M.P. Waninge, Tijdschrift Financiering, Zekerheden in Insolventiepraktijk, nr. 9, december 2022, blz. 13-18
De aansprakelijkheid van bestuurders voor belastingschulden; overzicht van basisprincipe en van recente ontwikkelingen, Y.E.J. Geradts en J.J. Vetter, MBB 2021/9, blz. 13-25
Aansprakelijkheid bestuurders: fiscaal en civiel, J.A. Booij en J.H.P.M. Raaijmakers, TFO 2021/177.4
Bestuurdersaansprakelijkheid, J.H.P.M. Raaijmakers, FED Fiscale Brochures, Deventer, Kluwer 2017 (zie o.m. par. 5.1)
J.H.P.M. Raaijmakers, Aansprakelijkheid in belastingzaken (FM nr. 73) 2014/11.1, Deventer, Kluwer 2014
Naslag
Vakstudie Invorderingswet, Formele aansprakelijkheidsregels Invorderingswet 1990
Vakstudie Invorderingswet, art. 36 e.v. Invorderingswet 1990, aant. 1.1
Cursus Belastingrecht: Aansprakelijkheid voor belastingschulden
Cursus Belastingrecht Formeel Belastingrecht, FBR.10.6.0.D Bestuurdersaansprakelijkheid
Cursus Belastingrecht Loonbelasting, LB.9.1, De bestuurdersaansprakelijkheid
Verwante onderwerpen
Thema: Keten- en inlenersaansprakelijkheid
Modellen
Fiscale modellen I.C.27: Model melding betalingsonmacht (bij belastingen en premies)