Einde inhoudsopgave
Invorderingswet 1990
Artikel 36b [Aansprakelijkheid bestuurders]
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2008
- Bronpublicatie:
18-12-2008, Stb. 2008, 567 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31717)
- Inwerkingtreding
30-12-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2008, Stb. 2008, 567 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken: 31717)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Invordering / Aansprakelijkheid
Invordering (V)
1.
Hoofdelijk aansprakelijk is voor de loonbelasting of de omzetbelasting waarvoor een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dat volledig rechtsbevoegd is, voorzover het aan de heffing van de vennootschapsbelasting is onderworpen, bij beschikking als bedoeld in artikel 49, eerste lid, aansprakelijk is gesteld (aansprakelijkheidsschuld): ieder van de bestuurders van dat lichaam.
2.
Artikel 36, tweede tot en met zesde lid en achtste lid, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:
- a.
in het tweede lid van artikel 36 voor ‘loonbelasting, omzetbelasting, accijns, verbruiksbelasting voor alcoholvrije dranken, verbruiksbelasting van pruimtabak of snuiftabak, een van de in artikel 1 van de Wet belastingen op milieugrondslag genoemde belastingen of de kansspelbelasting’ moet worden gelezen: de aansprakelijkheidsschuld;
- b.
in het derde lid van artikel 36 voor ‘belastingschuld’ moet worden gelezen ‘aansprakelijkheidsschuld’, en voor ‘drie jaren’: zeven jaren;
- c.
in het vierde lid van artikel 36 voor ‘drie jaren’ moet worden gelezen: zeven jaren;
- d.
in het vijfde lid, onderdeel a, van artikel 36 voor ‘belastingschuld’ moet worden gelezen: aansprakelijkheidsschuld.