Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 142/2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn
Artikel 23 Tussenproducten
Geldend
Geldend vanaf 27-01-2015
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 23-02-2015.
- Bronpublicatie:
06-01-2015, PbEU 2015, L 3 (uitgifte: 07-01-2015, regelingnummer: 2015/9)
- Inwerkingtreding
27-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-01-2015, PbEU 2015, L 3 (uitgifte: 07-01-2015, regelingnummer: 2015/9)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
1.
Tussenproducten die in de Unie worden ingevoerd of door de Unie worden doorgevoerd, voldoen aan de voorwaarden ter beheersing van eventuele risico's voor de volksgezondheid en de diergezondheid in bijlage XII.
2.
Tussenproducten die vervoerd zijn naar een in bijlage XII, punt 3, bedoelde inrichting of bedoeld bedrijf mogen gehanteerd worden zonder verdere beperkingen krachtens Verordening (EG) nr. 1069/2009 of krachtens deze verordening, op voorwaarde dat:
- a)
de inrichting of het bedrijf adequate voorzieningen heeft voor de ontvangst van de tussenproducten, die de overdracht van op mens of dier overdraagbare ziekten voorkomen;
- b)
de tussenproducten geen risico vormen voor de overdracht van op mens of dier overdraagbare ziekten, omdat zij zijn gezuiverd of omdat de dierlijke bijproducten in de tussenproducten andere behandelingen hebben ondergaan, vanwege de concentratie van dierlijke bijproducten in het tussenproduct of vanwege passende maatregelen op het gebied van de bioveiligheid voor de hantering van de tussenproducten;
- c)
de inrichting of het bedrijf een administratie bijhoudt van de hoeveelheid ontvangen materiaal, de categorie van het materiaal, indien van toepassing, en de inrichting, het bedrijf of de exploitant aan wie zij hun producten geleverd hebben, en
- d)
ongebruikte tussenproducten of andere overschotten van de inrichting of het bedrijf, zoals vervallen producten, worden verwijderd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1069/2009.
3.
De exploitant of eigenaar van de inrichting of het bedrijf van bestemming van tussenproducten of zijn vertegenwoordiger gebruikt en/of verzendt de tussenproducten uitsluitend voor gebruik bij de vervaardiging van bepaalde producten overeenkomstig de definitie van tussenproducten in punt 35 van bijlage I.